
Op zoek naar het moderne in de oude stad
Als je aan Rome denkt, dan denk je aan historie, aan een oude stad. Deze stad is de bakermat van onze geschiedenis. Het Romeinse Rijk bestond al van 753 voor Christus tot 476 na Christus. Op zijn hoogtepunt besloeg het Romeinse Rijk een gebied van Schotland tot Iran en van Midden-Duitsland tot Zuid-Egypte. Het werd een rijk van ongeveer zes miljoen vierkante kilometer (150 keer zo groot als Nederland en 17 keer zo groot als Duitsland) met 120 miljoen inwoners. Bijzonder was de belangrijke rol van de steden die onderling verbonden waren door water en wegen voor de verplaatsing van goederen en mensen. Waar je naar op zoek gaat als je in Rome rondloopt: wat is er nog te zien van de fundamenten van onze beschaving? Door de aandacht voor het ‘oude’ zie je – in verhouding tot andere steden – minder aandacht voor het ‘nieuwe’. Wij zijn op zoek gegaan naar de wijze waarop deze stad de moderne en hedendaagse kunst een plek geeft.
In Rome kan het niet anders dan dat we toch met de geschiedenis moeten beginnen en wel met . Ondanks het feit dat de naam je het idee geeft dat het alleen om een villa gaat, betreft het hier een openbaar groot park ten noorden van de binnenstad. Het was vanaf 1580 een landgoed in het bezit van de familie van kardinaal Scipione (1576-1633). Het werd vervolgens de prestigieuze residentie van de adellijke familie Ceuli. De grote bloeitijd vond plaats eind 18e eeuw toen het gebied in eigendom kwam van Marcantonio IV Borghese (1730-1800). Door de aankoop van aangrenzende landerijen en wijngaarden door zijn zoon bereikte het domein de omvang van 80 ha. De familie Borghese stond bekend om hun gastvrijheid en het park werd geopend bij festiviteiten; er was zelfs een theater in het park. Het park ligt op de heuvel Piciano. Als je naar boven gaat via het bekende plein Piazzo del Popolo, krijg je via terrassen mooi uitzicht op de stad. Aan de andere oever van de Tiber kun je de Sint-Pietersbasiliek zien liggen. In onze zoektocht naar moderne kunst worden we al op het Terraza del Pincio getrakteerd op een leuke tijdelijke tentoonstelling: Botero a Rome, van juli tot oktober in 2024. Fernando Botero was een Colombiaanse schilder en beeldhouwer. Hij is vooral bekend geworden van zijn ‘bolle’ beelden in brons van mens- en dierfiguren. Een klein jaar na zijn overlijden eert Rome de kunstenaar hem met een tentoonstelling in een museum en een buitententoonstelling op een zestal plaatsen. Wij treffen hier twee liggende vrouwfiguren aan.

In de 19e eeuw werd het park getransformeerd tot een Engels landschapspark. Het volledige bezit van de familie Borghese kwam in 1901 in staatsbezit. De tuinen zijn in 1903 aangekocht door de gemeente Rome en sindsdien toegankelijk voor het publiek. Er staan allerlei villa’s in het park en er is een dierentuin, Bioparco di Roma. Het oudste gebouw, uit 1613, is het Casino Borghese, dat sinds 1903 fungeert als het nationale museum voor renaissancekunst Galleria Borghese. Een van de meest bijzondere gebouwen in het park is niet een van de oude villa’s maar het Globe Theater. Het is een 1:1 kopie van het houten Shakespeare Theater in Londen. Het werd in 2003 door de Silvano Toti Foundation in drie maanden tijd gebouwd. Het is helaas sinds september 2022 gesloten nadat een trap instortte waarbij 12 mensen gewond raakte. Wel een mooie gedachte om net als de familie Borghese een theater te bouwen in het park.
Het eerste museum dat wij bezoeken zou je al snel over het hoofd zien: . Het is gevestigd in een klein gebouw op de rand van het park. Het is zo op het eerste gezicht geen belangwekkend gebouw, maar schijn bedriegt. Het gebouw staat op het gebied waar de eerste villa was gebouwd. Door onlusten – die uiteindelijk leiden tot de val van de Romeinse Republiek in 1849 - werd dat gebouw gebombardeerd. Zonder het originele gebouw terug te willen bouwen, is vanuit de ruïne het huidige gebouw gebouwd als een oranjerie, een winteropslag voor citrus bomen. Vanaf begin 20e eeuw en in eigendom van de stad heeft het gebouw verschillende functies gehad, o.a. als logies en kantoorruimte. Het is een kleinschalig gebouw met twee verdiepingen. Door de ligging kun je vanaf de Viale San Paolo del Brasile beneden naar binnen om vervolgens boven in het park uit te stappen. In een patio krijg je een gevoel dat de wederopbouw van het pad in een romantische sfeer plaats moet hebben gevonden. Met steentjes en schelpen is een fontein gemaakt in de vorm van een kapelletje. Twee bronzen beelden in de tuin beneden geven je al een aanwijzing dat je hier een collectie moderne kunst kunt aantreffen. Hier staan de mans grote bronzen beelden ‘Cardinale’ van Giocomo Manzu (1908-1991) en ‘Hector en Andromache’ van Giorgio de Chirico. De beelden maken deel uit van de permanente collectie van Carlo Bilotti.

Carlo Bilotti (1934-2006) was de zoon van de adellijke Mario en Edvige Miceli, ondernemers met fabrieken en bouwplaatsen. Hij studeerde rechten in Napels en Palermo. Bij een bezoek aan Colombia University in New York leerde hij zijn vrouw kennen, Margaret Embury Schultz. In 1973 werd hij in New York president van het concern Jacqueline Cochran. Dit is de producent van parfum voor een aantal van de meest beroemde cosmetische bedrijven in Europa zoals Nina Ricci, Carven en Pierre Cardin. Onder zijn leiding groeide het bedrijf ook in Europa en werd hij actief in de wereld van financiën en kunst in Zurich, Basel en Londen. Hij werd een verzamelaar en raakte bevriend met de kunstenaars Chirico, Warhol, Lichtenstein, Dalì, de Saint-Phalle, Rivers, and Rotell. Gedurende de laatste jaren van zijn leven had hij de behoefte om zijn private collectie kunst te delen met het publiek. Hij pendelde in die jaren tussen Palm Beach, New York en Rome. Het museum Carlo Bilotti opende in 2006.
De permanente collectie van dit museum bestaat uit 22 kunstwerken, zowel schilderijen, tekeningen als beeldhouwwerk. Hiervan zijn er 18 werken van de hand van Giorgio de Chirico. Er worden wisselende tentoonstellingen gehouden. De verzamelaar en zijn familie zijn in twee portretten in het museum terug te vinden. Het eerste, van Tina en Lisa Bilotti, werd in 1981 gemaakt door Andy Warhol. Het is een subtiele semi-fotografische bewerking van het onderwerp. Best bijzonder is dat er twee personen op één doek staan wat niet gebruikelijk was bij Warhol: Tina, de echtgenote van Carlos, en hun dochter Lisa (die voortijdig overleed in 1989). Het tweede portret, ‘Carlo met een Dubuffet op de achtergrond’, is een reliëfschilderij, gemaakt in 1994 door Larry Rivers. Het werk van Jean Dubuffet op de achtergrond maakt ook deel uit van de Bilotti-collectie. Jean Dubuffet is in Nederland bekend geworden met zijn grote werk ‘Jardin d’émail’ in het Beeldenpark van het Kröller-Müller Museum in Otterloo uit 1973.

We maken een stap van een van de kleinste naar een van de grootste musea, beide gelegen in het park Villa Borghese. Wandelend vanaf museum Carlo Bilotti kom je langs een vijver waar je met roeibootjes kunt rondvaren. Even verderop krijg je - boven op de heuvel in het park - een overweldigend overzicht op het museum voor moderne kunst: Galleria nazionale d'arte moderna e contemporanea kortweg genoemd. Je ziet een immens groot gebouw met kolommen ervoor. Op de trappen naar het hooggelegen bordes staan drie grote beelden van leeuwen van de Italiaanse beeldhouwer Davide Rivalta. Deze sculpturen werden in 2013 geïnstalleerd als onderdeel van een project om de relatie tussen kunst en de openbare ruimte te verkennen.
Het museum is oorspronkelijk gesticht in 1883 en was aanvankelijk gehuisvest in het Palazzo delle Esposizioni. Het museum werd in dit huidige hoofdgebouw gevestigd in 1915. Dit gebouw aan de Viale delle Belle Arti dateert uit 1911 en werd ontworpen door Cesare Bazzani. In 1933-1934 werd het uitgebreid. Later las ik dat er een nieuw gebouw voor het museum – voor op een andere plaats - is ontworpen door Luigi Cosenza. Dat werd in 1988 gebouwd, maar sloot tien jaar later om veiligheidsredenen. Een prijswinnend voorstel van het Zwitsers architectenbureau Diener & Diener uit 1999-2000 om het gebouw van Cosenza te vervangen door nieuwbouw, werd in 2003 stilgelegd. Later werd besloten het gebouw van Cosenza toch te behouden. Dit is het gebouw dat wij hebben bezocht.
Je zou het een beroepsdeformatie kunnen noemen, maar wij gaan altijd op zoek naar de ontruimingsplattegronden in gebouwen. Niet zozeer omdat we op voorhand de vluchtwegen willen verkennen als wel omdat je dan een plattegrond van het gebouw hebt. Dit gebouw is zo groot dat we in geen enkele ruimte een ontruimingsplattegrond zien met een totaaloverzicht. Telkens zie je alleen de direct naastliggende ruimten. Ook op de eigen website van het museum is er geen plattegrond terug te vinden; dus we zullen het met een beschrijving moeten doen. De grote trappartij aan de straat brengt je in de entreeruimte en de Salle delle Colonne (zaal met kolommen). Links en rechts kun je dan een grote zaal in die op zijn beurt weer een aantal kleine zalen ontsluit. Als je rechtdoor loopt kom je in de centrale zaal en krijg je een kijkje in de buitenhoven met de namen Kosuth (links) en Alvorandi (rechts). Als je dan nog verder rechtdoor loopt kom je in de Cortile centrale (centrale binnenplaats) die net als de zaal met kolommen een aantal zalen ontsluit, zowel rechts als links. Nu kun je ook via de kleinere expositiezalen van de ene zaal naar de andere lopen. Dat is wel de manier waarop je door het museum wandelt. Maar eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je al snel de weg kwijtraakt. Niet zo gek als je bedenkt dat er 5000 schilderijen en sculpturen worden tentoongesteld in 75 zalen.

Er zijn er voortdurend hoogteverschillen: het centrale deel en de uiteinden van het museum liggen hoger en de tussenliggende zalen liggen lager. De centrale zalen hebben een plafondhoogte van zeker 10 meter, de kleinere zalen bijna 8 meter. Bijzonder is dat je voortdurend via hoge opening van de ene zaal naar een andere kijkt, er zijn nauwelijks doodlopende einden. Een andere bijzonderheid in dit museum is de combinatie van kunst. Kunstvoorwerpen uit allerlei tijden worden met elkaar gecombineerd. Zo tref je in een van de eerste zalen allerlei schilderijen uit de 19e en vroeg 20e eeuw propvol aan een muur gehangen met zo nu en dan een monitor met een videokunstwerk uit 20e of 21e eeuw. Dit maakt het wandelen door de vele zalen buitengewoon boeiend. Na wat speurwerk vinden we het café-restaurant van het museum met een hele goede menukaart. Blijkt later dat je het restaurant ook heel goed van buiten kunt bereiken en niet per se via het museum hoeft te komen. Dat is wel een heel stuk makkelijker.
Voor ons vervolg van de zoektocht naar de hedendaagse kunst in Rome hoefden we niet eens zo ver te lopen. Twee kilometer ten oosten van Villa Borghese staat Museo Macro. Dit staat voor Museo d’Arte Contemporanea di Roma. ligt aan de Via Nizza. Het is gevestigd in een voormalige Peroni-brouwerij. Het museum staat bekend om zijn innovatieve en gedurfde tentoonstellingen, waarbij moderne kunststromingen en interdisciplinaire projecten worden belicht. Nu troffen wij het museum aan net tussen twee tentoonstellingen in waardoor wij weinig kunst hebben kunnen zien. Gelukkig viel er met onze bouwkundige belangstelling meer dan genoeg te bekijken.
Het bier van Peroni wordt sinds 1864 in Rome gebrouwen. Je kunt verschillende oude panden in de stad terugvinden die hiermee te maken hebben. In 1971 werden de brouwerijactiviteiten in het gebouw aan Via Nizza beëindigd. Met de eigenaar en de gemeente werd een plan gemaakt voor renovatie waarbij tussen 1978 en 1982 een deel van het complex aan de stad werd geschonken om sociale activiteiten voor de buurt te huisvesten. In 1984 nam de gemeente Rome het pand over en werd het de gemeentelijke galerie voor moderne en hedendaagse kunst van Rome. De renovatiewerkzaamheden begonnen in 1996 en in 1999 werd het gebouwencomplex geopend. Tijdens deze renovatie werden de gevel aan de Via Reggio Emilia vernieuwd, de dragende structuren versterkt, het dak herbouwd, de interne ruimten opnieuw ingedeeld en de gebouwindeling herzien. Na de herstructurering bleken zowel de tentoonstellingsruimten als de opslagcapaciteit voor de collecties grotendeels onvoldoende.
In 2000 kondigde de gemeente Rome een internationale architectuurwedstrijd aan om extra ruimte aan het gebouw toe te voegen en om het gehele gebouwencomplex beter te laten functioneren. Hierbij werd als eis gesteld dat de nieuwe ruimten moesten aansluiten bij de diversiteit van hedendaagse artistieke producties. Tegelijkertijd moeten deze nieuwe ruimten verbonden blijven met zowel de bestaande ruimten als de omgeving. In 2001 werd het ontwerp voor de uitbreiding van het museum toegekend aan de Franse architect Odile Decq en de werkzaamheden begonnen in 2004. In 2010 werd het museum heropend voor het publiek. Het had ondertussen zijn nieuwe naam gekregen, Museo Macro.

Het ontwerp van Odile Decq genereert een nieuwe dynamiek aan de oude gebouwen. Er is een entree gemaakt in de oude stallen (scuderie) aan de Via Reggio Emalia. De ruimte tussen de oude gebouwen is overdekt en biedt ruimte aan grote sculpturen of installaties. Nu troffen wij daar een kunstwerk met autobanden ‘Yard’ van de Amerikaanse kunstenaar Allan Kaprow. Dit kunstwerk was oorspronkelijk gemaakt in 1961 voor de tentoonstelling Gallery in New York en bestaat uit honderden willekeurig geplaatste gebruikte autobanden. Bezoekers worden aangemoedigd om op de banden te lopen en ze vrijelijk te verplaatsen. Deze installatie is in 2024 voor het eerst hier in Rome gepresenteerd, waarbij het werd aangepast aan deze ruimte.

De andere ingang is gelegen op de hoek van de Via Nizza en Via Cagliari. In een vrije hoek tussen de oorspronkelijk gebouwen van de bierbrouwerij is een glazen opgetilde massa geplaatst die boven de bestaande gebouwen uit steekt. Onder die massa kom je in een patio die je naar de ingang leidt. De patio is altijd toegankelijk. De nieuwgebouwde structuren en open ruimten verbinden de gebouwen, de verdiepingen en de straten. De grote ruimten, zoals de tentoonstellingszalen (met een oppervlakte van 4350 m²), de foyer, het auditorium en het terras (of panoramische tuin zoals het ook wordt genoemd), worden verbonden door trappen, liften, galerijen en doorgangen. De felrood gekleurde losse tentoonstellingszaal onder een daklicht en idem gekleurde toegangsbruggen en hellingbanen vormen een opvallende verschijning tussen de zandkleurig en grijze oude gebouwen. Een rondgang door deze ruimten, die we gelukkig wel konden maken, biedt verschillende perspectieven en uitkijkpunten, zowel naar het gebouw als naar zijn omgeving. Dit is zelfs zonder een tentoonstelling zeer de moeite waard. Hoe het zich verhoudt als er ook een tentoonstelling is, konden we niet beoordelen.

De nieuwste loot aan de stam van musea van moderne kunst in Rome is , hetgeen staat voor Museo nazionale delle arti del XXI secolo. Het museum ligt aan de Via Guido Reni in de wijk Flaminio, net ten oosten van de scherpe bocht in de rivier de Tiber. In 1998 werd een internationale ontwerpwedstrijd uitgeschreven door het Ministerie voor Cultureel Erfgoed voor de realisatie van een museum op het terrein van een voormalige kazerne. De kazerne Montello is rond 1910 gebouwd en heeft altijd een militaire functie gehad. Er kwamen 273 inzendingen binnen voor de ontwerpwedstrijd vanuit de hele wereld. De winnaar was het ontwerp van Zaha Hadid (1950-2016). Zij was een Britse architecte van Irakese afkomst. Zij studeerde wiskunde in Beirut en verhuisde naar London waar ze afstudeerde in Architectuur in 1977. Zij heeft bij het Nederlandse architectenbureau OMA (Office for Metropolitan Architecture) van Rem Koolhaas gewerkt voordat ze in 1979 een eigen bureau startte. Het ontwerp van Zaha Hadid overtuigde de jury dankzij de integratie van de nieuwbouw in het stedelijk weefsel en vanwege de innovatieve architectuur. Het was een ontwerp met zowel stedenbouwkundige, landschappelijke, architectonische als museale kwaliteiten. De bouw en realisatie nam uiteindelijk meer dan tien jaar in beslag en zou uiteindelijk zo'n 150 miljoen euro kosten. In datzelfde jaar, 2010, kreeg het ontwerp de Stirling Prize van het Koninklijk Instituut van Britse Architecten.
Het gebouw laat zich niet eenvoudig toelichten. De schets die Jan heeft gemaakt vanuit de lucht geeft het beste inzicht in hoe de nieuwbouw is vervlochten met de bestaande kazernegebouwen. Een aantal betonnen massa’s slingeren zich vanaf het gebouw aan de Vio Guido Reni parallel aan de bestaande gebouwen om zich aan het einde van die gebouwen om het naastliggende gebouw te draperen. De verschillende ‘slingers’ zijn nagenoeg los van elkaar en een aantal staat los van de grond. Een van die gebouwde ‘slingers’ eindigt in een soort vizier dat over het gebouw steekt en in noordoostelijke richting over de stad uitkijkt.

Vanaf de begane grond krijg je een heel ander beeld van het gebouw. Wij kwamen via de achterkant binnen, via Via Masaccio. Daar zie je een van de opgetilde massa’s en ligt er een gevechtsvliegtuig onder, op zijn kop in dit geval. Op het terrein zijn er betonnen looppaden tussen de grote kiezels gelegd. Wij komen uit bij een zilveren paviljoen, het zogenaamde MAXXI NXT Pavilion uit 2024. Het is ontworpen door het architectenbureau Grazzini Tonazzini. Dit paviljoen is een abstract sculpturaal volume van verticale schermen gemaakt van gegalvaniseerde golfplaten, die samen een opvallende ruimte vormen waarbinnen een vijver is gelegen. Na een blik hierbinnen, lopen we verder over de betonnen looppaden. Op een aantal plaatsen kom je groepen zilverkleurige kolommen tegen die de hoge slingerende massa’s ondersteunen. Nog verder de betonnen paden volgend, komen we in een spannende ruimte daaronder – waar het daglicht ook komt - en gaan op zoek naar een entree in de glazen wand.
De entreehal is overweldigend. Je ziet allerlei hellingbanen boven je; de balie lijkt klein en nietig in dit geheel. Hoog boven de balie hangt een kunstwerk van Maurizio Nannucci. Dit kunstwerk maakte onderdeel uit van zijn grote solotentoonstelling in MAXXI in 2015 met de naam ‘Where toe Start From’. Nannucci's neonkunstwerken zijn vaak grootschalig en maken gebruik van felle kleuren, waaronder rood, om de relatie tussen kunst, taal en ruimte te verkennen. Zijn werk is ontworpen om een dialoog aan te gaan met de architectonische omgeving, wat goed past bij deze ruimte in MAXXI.

Je gaat op zoek naar je weg in het museum. De meest logische route is je via trappen en hellingen naar boven begeven en weer langzaam naar beneden afdalen. Maar we merken dat de route niet helemaal logisch is. Soms staan we voor een uitgang van een zaal in plaats van een ingang en soms sta je voor een ruimte waar je niet in mag. Laat onverlet dat het een avontuur is om hier doorheen te lopen.
We hebben prachtige en inspirerende kunstwerken gezien, maar er moet mij toch iets van het hart. De kunst wint het soms niet van het ‘geweld’ van het gebouw. Het museum zelf eist veel aandacht op, zeker in de ruimten op de verdiepingen. In het deel dat we even het vizier hebben genoemd, moet de kunst ook nog het gevecht aan met het uitzicht. Dit stelt nogal wat eisen aan wat je waar kunt tentoonstellen. De tentoonstelling op de begane grond - waar het verleden van Rome wordt geconfronteerd met hedendaagse kunst - komt over als losse flodders in een decor van een toneelstuk en kan ons niet bekoren of inspireren.
MAXXI is opgezet als een breed cultureel campus en wordt beheerd door een stichting die in juli 2009 werd opgericht door het Ministerie van Cultureel Erfgoed en Activiteiten. Wat we lezen is dat er stevig wordt geprogrammeerd: tentoonstellingen, workshops, conferenties, voorstellingen, projecties en educatieve projecten. Wat zeker genoemd moet worden is dat bij de realisatie van het museum is gewerkt met behulp van doven en slechtzienden. Overal zijn er borden in braille en er zijn video guides in gebarentaal. In het museum is een kleinschalig café ‘Palombini al MAXXI’. Het bij het museum horende restaurant zit niet in het hoofdgebouw maar in een naastgelegen oud kazernegebouw waar het archief en een aantal kleinere tentoonstellingsruimten zijn gelegen. Je moet daarvoor wel het hoofdgebouw verlaten en via de betonpaden naar de overkant lopen. Het voordeel is dat je via dit gebouw of het terras ervoor een geweldig uitzicht op de nieuwbouw hebt.
Hier stopt onze zoektocht naar moderne en hedendaagse kunst in de oude stad Rome. Het heeft een heel divers beeld gegeven op welke manier je dergelijke kunst kunt tentoonstellen en in welke gebouwen dit in Rome is gedaan. Van een transformatie van een oud en kleinschalig onderdeel van een villa, naar een gigantische nieuwbouw van een eeuw geleden in een park, naar een transformatie van een bierbrouwerij en van een kazerne met een aanzienlijke deel nieuwbouw. De musea zijn totaal onvergelijkbaar en dat maakt het erg boeiend.
2025