Aan de gevels kun je een inschatting maken van de verschillende ruimten die erachter liggen: de onderwijsruimten zijn aan de voorkant achter grote vensters en de overige ruimten zijn aan de achter- en zijkant gisitueerd, zoals theater, bibliotheek, kantoren, garderobes en toiletten. Wat dit gebouw zo bijzonder maakt is niet alleen de architectuur, het is vooral de combinatie van exterieur en interieur. Hierin school de kracht van Mackintosh. De meest bijzondere ruimten waren de bibliotheek en de kamer van de directeur van de school. Elke beschrijving doet de bibliotheek te kort, de ruimtelijke werking van het interieur met de daglichttoetreding laat zich lastig beschrijven. Het is een ruimte over twee verdiepingen met een opslagruimte erboven die ook nog daglicht in de bibliotheek geeft. De boekenkasten, de rondgang op de verdieping en de meubels zijn allemaal gemaakt van Amerikaans tulpenhout (tulipwood/yellow poplar). Het hout is donker gebeitst zodat het als eiken oogde. Mackintosh had oorspronkelijk eiken in gedachten, maar om budgetredenen was dat niet mogelijk. Het houtwerk zit vol met details, onder andere de stijlen van het balkon op de hoeken die met een guts zijn bewerkt en deze vlakken zijn in vier verschillende kleuren geschilderd. De bekende vierkanten- en lijnenpatronen van Mackintosh zijn overal terug te vinden. De directeurskamer zit in de hoek in het oudste deel van het gebouw. Het is voorzien van een groot raam. Hier zijn de wanden crème-wit en zijn de versieringen juist organisch met plantenmotieven. Alle wanden zijn betimmerd waardoor wand en meubels vloeiend in elkaar over gaan. De meubels zijn van donker hout, net als in de bibliotheek. Dit werd later de Mackintosh room waarin verschillende van zijn meubels en lampen werden tentoongesteld. In alle ruimten is de hand van de architect terug te vinden, of het nu om de gang, de garderobes of de trappenhuizen gaat. Ook binnen tref je metalen ornementen aan, zo is de schoolbel een kunstwerk op zichzelf.