Je gaat direct zitten op een van de licht gebeitste kerkbanken om de ruimte te ervaren. Je komt ogen tekort terwijl er tegelijkertijd een enorme rust uitgaat van deze ruimte met alleen indirect daglicht. Je wordt niet door buiten afgeleid. Het altaar, de doopvont, de bank bij het altaar om te knielen, de kansel zijn allemaal mee ontworpen en in beton uitgevoerd. Een Gesamtkunstwerk. Als afscheiding naar een aparte gebedsruimte zijn open driehoekige betonstenen geplaatst, waardoor ook in die ruimte voldoende indirect daglicht is. Aan de gangzijden zijn er balkons op de eerste verdieping die je bereikt door middel van een trap in de gangzone. Daar zijn enkele zitplaatsen. Boven het altaar is een balkon met ruimte voor het koor, direct onder de betonnen wolken. Het interieur is grijs en wit. De enige kleuren zijn het altaar kleed en loper die door Lin Utzon, de dochter, zijn ontworpen. Het orgel, de kerkmeubels en de deuren, zelfs de piano, zijn allemaal van licht gebeitst hout (pale pine zoals dat zo mooi in het Engels heet). Daar waar mensvriendelijke beëindigingen aan het beton nodig zijn - denk aan balkonranden, kansel en dergelijk - zijn rondgebakken tegels toegepast. Wit in de zaal, blauw in het trappenhuis. De kerkzaal straalt rust uit terwijl er ook veel is om naar te kijken. Weer krijg ik de associatie met een klooster. Je bent afgesloten van de wereld, hebt geen idee wat er buiten gebeurt. Hier kun je tot rust komen, ongeacht welk en of je een geloof aanhangt.