Het is een bastide die is gesticht door de Engelse koning Edward in samenwerking met landeigenaar de baron van Biron. De bastide dankt zijn vorm aan de grenzen van zijn eigendom. Het is 53 ha groot. De Engelse koning wilde de stad stichten ter verdediging van de noordelijk grens van zijn territorium in Guyenne, de plateaus tussen de rivieren Dropt en Dordogne. In het archief van de Périgord is een brief over de stichting van de stad terug te vinden. Die luidt als volgt: ”His most serene Prince Edward King of England … wished to have a city builit in the region of the Périgord … and in the year 1284, on the 7th of January toward this end the Lord and Baron de Broin, bowing toe the will and desire of the English Majesty, granted the site fort he building of a city, and it was named Monpazier.” (Zijne Doorluchtige Hoogheid, prins Edward, koning van Engeland, … wenste een stad te laten bouwen in de streek van de Périgord … en in het jaar 1284, op 7 januari, werd hiertoe door de heer en baron de Broin, gehoor gevend aan de wil en wens van de Engelse majesteit, de plaats afgestaan voor de bouw van een stad, en deze kreeg de naam Monpazier). In een contract werden de rechtsbevoegdheid van de stad, het recht te mogen bakken en slachten, de markt, de grondbelastingen en de tuinen gelijkelijk verdeeld. De burgers moesten de eed van trouw afleggen tegenover de koning en de baron, die ieder het recht hadden een baljuw te benoemen. De privileges van de inwoners werden in een handvest vastgelegd en later in octrooibrieven. Bijvoorbeeld: een vrijstelling van de betaling van zekere belastingen, het recht hun ‘have en goed’ te verkopen als zij dat willen, hun kinderen uit te huwelijken of ze naar kloosters te sturen. Zij konden niet worden gevangengezet behalve in het geval van moord. Er mochten drie jaarmarkten en een wekelijkse markt worden gehouden. Natuurlijk waren er allerlei gelden die aan de koning moesten worden afgedragen.