Waar zoutwinning, takken en kuren bij elkaar komen
Duitsland, Poland en Oostenrijk

Waar zoutwinning, takken en kuren bij elkaar komen


Wat ons met regelmaat overkomt, is dat we tijdens het reizen ergens op stuiten wat buitengewoon boeiend is. Vervolgens ga je daar meer over lezen en ontdek je dat je op nog veel meer plaatsen dergelijke bouwwerken kunt aantreffen. Daar gaan we vervolgens naartoe en dan valt op dat – hoewel de opzet overal exact hetzelfde is – de vorm telkens anders is. Zo ontstaat de wens om nog meer van deze bouwwerken te gaan bekijken, wellicht zelfs allemaal. Zo ver zijn we helemaal niet, maar we er 15 hebben bezocht, hebben we het gevoel dat we er wel over kunnen schrijven. Het gaat over wat de Duitsers noemen ‘Gradierwerken’ en zij staan nu meestal in kuuroorden.

Als wij tijdens onze reizen badplaatsen zien, dan voelen we ons als door een magneet daartoe aangetrokken. Dan bedoelen we niet de badplaatsen aan de kust, maar de plaatsen met kuuroorden. In het Duits zijn deze plaatsen makkelijk te herkennen: de naam start met ‘Bad’. Sinds maart 2009 hebben we ook één zo’n badplaats in Nederland, te weten Bad Nieuweschans. De meest beroemde van deze badplaatsen kun je vinden in Duitsland en Tsjechië. Wie heeft er niet gehoord van Baden Baden (een van de oudste kuursteden in Duitsland) of Karlovy Vary Karlsbad in German)? in Tsjechië (Karlsbad op z’n Duits)? Deze kuuroorden zijn ontstaan op plaatsen waar mineraalhoudende waterbronnen zijn gevonden en waar het water voor kuurdoeleinden werd opgepompt. Al sinds de Romeinen worden geneeskrachtige en helende eigenschappen toegekend aan deze natuurlijke bronnen. In Duitsland wint men door middel van minerale waterbronnen sinds 1517 zout voor huishoudelijk gebruik (in Bad Reichenhall). De geschiednis van zoutwinning kun je terugvinden in het boek 'Alte Saltinen in Mitteleuropa' (Hans-Heinz Emons en Hans-Henning Walter, 1988). Duitsland heeft ook een lange traditie van kuren; ook in Polen is dit het geval. Het kuurconcept zoals we dat nu kennen, kreeg in het Koninkrijk Pruisen vorm in de 18e en 19e eeuw. Het is goed je te realiseren dat in deze periode (tot de Napoleontische oorlog in 1815) Polen voor een deel bij dit koninkrijk hoorde, maar ook net buiten die grenzen was het zeer populair onder de aristocraten en intellectuelen. 

Mensen begonnen meer aandacht te besteden aan de helende eigenschappen van natuurlijke bronnen en zochten naar manieren om deze bronnen effectiever te benutten voor therapeutische doeleinden. In Nederland is er maar een beperkt aantal plekken waar er minerale waterbronnen zijn en wij hebben geen traditie in kuuroorden. Er is de zoutwinning in Twente. Die startte in 1918 in Boekelo nadat in 1887 bij het Landgoed Twickel in Delden geen drinkwater maar zout water in de grond werd gevonden. Daar kun je nog een beetje kuren want Resort Bad Boekelo schijnt nog te bestaan. Anders dan aan de kust zoals in Zuid-Europa - waar de zoutpannen vaak zichtbaar zijn - zijn deze zoutmijnen ondergronds. Een mijn klinkt alsof het zout voor het oprapen ligt, maar het zout moet uit het water worden gewonnen. 

Tijdens een van Jan zijn tochten stuitte hij in (Bad Salzemen) bij Magdeburg op een Gradierwerk. Een bouwwerk in hout met takken waar voortdurend water overheen loopt. Daar wilde hij meer van weten. Het Duitse woord ‘gradieren’ kan in het Nederlands worden vertaald als ‘gradueren’of ‘graderen’. Het verwijst naar het geleidelijk veranderen of verdelen van iets in verschillende gradaties, stappen of niveaus. Een Gradierwerk wordt in het Nederlands vertaald met gradeerwerk of pekelgraadwerken, maar het heeft weinig zin die woorden te gebruiken omdat nauwelijks iemand in Nederland weet wat je dan bedoelt. Dus we blijven het hier Gradierwerk noemen (met een hoofdletter zoals dat hoort in het Duits). 

Doorsnede Gradierwerk
Doorsnede Gradierwerk

Eerst maar eens een beeld schetsen van een Gradierwerk. Het is een bouwwerk bestaande uit een houten frame van eiken balken, meestal zo’n 10 à 15 meter hoog en van een paar meter tot honderden meters lang. Het houten frame is aan beide zijden gevuld met takkenbossen, takken van de sleedoorn (Schwarzdorn op zijn Duits). De takken van de sleedoorn worden gebundeld aangevoerd en vervolgens van onder naar boven gestapeld in de houten constructie. Vroeger gebruikte men ook stro maar de gedroogde sleedoorntakken gaan langer mee, zo’n 5 tot 10 jaar. Door de afzetting van mineralen en vuil, wat leidt tot bijzondere kleurscharkeringen van wit tot diep oranje op de takken, moeten de takken na verloop van tijd worden vervangen. Het frame wordt aan twee zijden gevuld, vaak is er ruimte tussen de gevulde frames. Soms zelfs voldoende om er een pad tussenin te leggen. Vanwege de hoogte van de constructie en om te borgen dat het Gradierwerk niet met een storm omwaait, zijn er vaak schoren aan beide zijden van de wanden geplaatst. Dit zijn schuingeplaatste eiken balken. De grootte en het aantal van de schoren is afhankelijk van de hoogte van de Gradierwerken

Deze constructie wordt aan de bovenkant afgeschermd door een houten vloer met een watergeleidingsconstructie. Aan een zijde van het Gradierwerk staat een pomp om het water uit de bodem op te pompen. Vroeger werd daar ook wel eens een windmolen voor gebruikt, in het Duits zo mooi een ‘Windkunst’ genoemd. In mei 2008 is een dergelijke windmolen weer teruggebracht op het Neues Gradierwerk in Bad Rothenfelde (DL) en met voldoende wind functioneert deze ook. Het opgepompte water wordt geleid via kanalen en/of holle boomstammen naar pijpjes die op hun beurt het water spuwen in ondiepe goten die over de hele lengte overlopen. Die pijpjes kunnen ook door middel een houten stop worden dichtgeknepen als men het water niet meer over een bepaald deel van de takken wil laten lopen. Het water wordt vervolgens onder de takkenconstructie in houten bakken verzameld en afgevoerd. De houten vloer bovenop dient als afdekking van de takken zodat er geen vuil in komt en voor het beheer en onderhoud van de watergeleidingsconstructie. De pomp is meestal afgedekt door een kleine houten hut met een dak. Bij een aantal Gradierwerken is het mogelijk om deze constructie aan de bovenzijde te bekijken, bijvoorbeeld in en  (PL). Laatstgenoemde heeft overigens ook een windmolen. 

Watergeleidingsconstructie
Watergeleidingsconstructie

Dan eindelijk: waar dient het Gradierwerk voor? Het mineraal en vooral zouthoudende water sijpelt van boven naar beneden over de sleedoorntakken. Door zon en wind verdampt een deel van het water en neemt het zoutgehalte in het water toe. Andere mineralen en vuil in het water blijven in de takken achter; je zou kunnen zeggen dat het water wordt gezuiverd. Het zout uit dit gezuiverde water, nu met een hogere zoutgehalte, wordt vervolgens in de zoutmijn gewonnen. Door de sluiting van vele zoutmijnen zou je verwachten dat de Gradierwerken worden gesloopt. Maar niets is minder waar want de Gradierwerken zijn een eigen leven gaan leiden door de belangstelling voor de helende werking en de toeristenindustrie die vervolgens daaromheen is ontstaan. Wel zie je dat de Gradierwerken dan vaak worden ingekort. 

Door de verdamping van het water ontstaat in de directe nabijheid van een Gradierwerk een zoutnevel. De luchtvochtigheid stijgt en met de zoutnevel ontstaat een gunstige omgeving voor mensen met ademhalingsproblemen. Je kunt je voorstellen dat dit tijdens COVID een run van bezoekers zou opleveren, ware het niet dat het afstand houden en de nabijheid van veel andere mensen daar niet bij helpen. Er wordt ook gezegd dat de microscopisch kleine zoutdelen die in de lucht zweven een gunstig effect hebben voor aandoeningen aan de luchtwegen, bijvoorbeeld astma en bronchitis. Men maakt vaak de vergelijking met zeelucht. Je gebruikt een Gradierwerk door er omheen te lopen en diep in te ademen. Vaak staan er bankjes in de directe nabijheid. Bij een aantal Gradierwerken kun je in de tussenruimte lopen en is soms een inhaleerruimte aanwezig. Rondom het frame van hout en takken, tref je dus meestal plankieren aan en soms ook bankjes. 

Bijna alle Gradierwerken staan in parken of in de openbare ruimte en zijn daardoor voor iedereen toegankelijk. Het Gradierhaus zoals in (DL) maakt onderdeel van het afgesloten Kurpark. Het is leuk om het rondje om het Gradierwerk te lopen en je gaat vanzelf meer op je ademhaling letten. Het is wel opletten geblazen want je krijgt zoutspetters op je bril, je kleding en je schoenen. Een groot aantal Gradierwerken staat in de buurt of zijn de kern van nog functionerende kuuroorden. Het water dat door het Gradierwerk is gegaan, wordt dan gebruikt om de baden van deze kuuroorden te vullen of komt in een zogenaamde Sprudel of waterhal waar mensen het water kunnen tappen en/of drinken. 

Verschillende verschijningsvormen
Verschillende verschijningsvormen

Wat ons zo fascineert aan de Gradierwerken zijn de verschillende verschijningsvormen en het feit dat de bouwwerken nu nog altijd worden onderhouden, gerenoveerd of zelfs nieuw worden gebouwd. Om maar even met het laatste te beginnen. In , net over de grens met Duitsland en bekend als bedevaartsoord, ligt het Solegarten St. Jakob. Men maakt er reclame voor als plek voor ‘Entspannung, Erholung und Zeit zum Durchatmen’. Begin 1990 werd in Kevelaer door Dr. Josef Klostermann een zoutwaterbron ontdekt. Dat leidde tot het realiseren van een Gradierwerk in 2019 en een opening van de Solegarten medio 2022. Wat dit Gradierwerk bijzonder maakt, is dat deze de vorm van een St Jacobsschelp heeft met een doorsnede van 25 meter. De constructie is 12 meter hoog. Het zoutgehalte bedraagt 3% voordat het water het Gradierwerk passeert en daarna 15%. In dit Gradierwerk zegt men dat in zomer de buitentemperatuur 8o lager is. Met de huidige zomers een prettige bijkomstigheid. Het kuren is hier in het park verder vormgegeven door verschillende baden in de zogenaamde ‘Kneipp-Anlagen’. Sebastian Kneipp(1821-1897) uit Beieren heet de ontdekker te zijn van de geneeskrachtige werking van water voor het menselijk lichaam. Het feit dat hij een katholieke priester was, zal vast hebben geholpen om de baden in Kevelaer naar hem te vernoemen. Verder is er een Ademweg: via een slingerend pad kom je bij 12 verschillende ademoefeningen uit. Een mooie knipoog naar een statieweg in dit katholieke bedevaartsoord. 

Vooral in Polen, maar ook verder in Duitsland, zien we dat er nieuwe Gradierwerken worden gebouwd uitsluitend voor het kuren. Voor dit doel wordt vaak net als in Kevelaer gewerkt met een Gradierwerk in de vorm van een omsloten ruimte met banken erin. Dit is voor het inademen van de zoutnevel effectiever en maakt het ook mogelijk er langer te verblijven. De vrijheid van de vorm leidt tot hele bijzondere uitvoeringen van Gradierwerken zoals in  en  . Ook zijn er hele kleine Gradierwerken die een bron omsluiten. 

Ironwroclow
Ironwroclow

Het is niet eenvoudig om te achterhalen wat het oudste Gradierwerk is. Alle Gradierwerken moeten na verloop van tijd opnieuw worden opgebouwd. Dan is ook de houten constructie te veel aangetast door het voortdurend bloot staan aan water met allerlei mineralen en wordt deze vervangen. In raak je helemaal in de war. Daar staan twee Gradierwerken: Altes en Neues. Nu is het Altes Gradierwerk het laatst opnieuw opgebouwd; dus wat is dan oud en nieuw? 

Altes Gradierwerk dateert oorspronkelijk uit 1773-1777 en was destijds 175 meter lang en 13 meter hoog. In 1989 is een deel ingestort en werd het in 1994-1996 grondig gerenoveerd en teruggebracht naar 114 meter. Op de kop is hier een ruimte op palen gebouwd waar ooit duikplanken aan waren bevestigd zodat men in het zoute water kon duiken. Wegens gevaar zijn het diepe bad en de duikplanken weggehaald; het gebouw staat er nog. Bijzonder detail bij dit Altes Gradierwerk is dat het een poort heeft waardoor je ongeveer door het midden van de ene naar de andere kant kunt lopen. Boven in de poort hangt de klok uit 1899 van de voormalige zoutziederij. Die werd geluid om de start en het einde van het werken in deze zoutmijn te duiden. Toen dat gebouw werd gesloopt, is de klok bewaard en nu hangt deze boven de Erpener Poort in dit Gradierwerk. Het luidt nu nog alleen elke dag om 12 uur. Het Neues Gradierwerk in Bad Rothenfelde is gebouwd in 1822-1824, het is 412 meter lang en 10 meter hoog. Zoals eerder gemeld, heeft deze een windmolen. Het is breder dan het Altes Gradierwerk en heeft dan ook een 80 meter lange loopplank in het midden met een inhaleerruimte. 

Altes Gradierwerk Bad Rothenfelde
Altes Gradierwerk Bad Rothenfelde
Neues Gradierwerk Bad Rothenfelde
Neues Gradierwerk Bad Rothenfelde

Laten we duidelijk zijn, de schelpvorm zoals in Kevelaer is voor een Gradierwerk een uitzondering, maar dit Gradierwerk is dan ook niet voor de zoutwinning gebouwd. Alle andere Gradierwerken die wij hebben gezien bestaan uit rechte delen, soms staan er meerdere delen. Het kleinste Gradierwerk hebben we zelf hebben gezien staat in (DL). Je zou het voor een Rietveld Paviljoen aanzien. Een Gradierwerk in de architectuurstijl die wij de nieuwe zakelijkheid zouden noemen. Vier korte delen staan haaks op elkaar maar sluiten niet op elkaar aan. Zo ontstaat een soort paviljoen onder een gezamenlijk dak. Je kunt niet alleen rondom deze korte stroken lopen maar ook in het midden van het paviljoen zitten. Getuige een steen dicht bij het Gradierwerk is het aangesloten op de Martinsquelle sinds 11 november 1938. 

Er rijst dan ook de vraag wat is het grootste of het langste Gradierwer? Dat is een ingewikkelde vraag. Op het internet zien we dat het langste Gradierwerk ooit in zou liggen – ja inderdaad diegene die Jan het eerste heeft bezocht – met een lengte van 1.837 meter, gebouwd in 1756. Vanwege het beëindigen van de zoutwinning zijn veel Gradierwerken bij renovatie- of herstelwerkzaamheden ingekort, zo ook dit Gradierwerk. Het grootste Gradierwerk dat wij hebben bezocht staat in in Polen. Zonder dit te weten, hebben wij dit met vrienden uit Leiden bezocht en zij vielen dus met hun neus in de boter. Het bestaat uit drie delen in een soort hoefijzer opstelling met een totale lengte van 1.741,50 meter en is 15 meter hoog. De eerste twee oorspronkelijke constructies zijn gebouwd in 1824-1828 en de derde in 1859. De eerste Gradierwerken zijn gebouwd door Jacob Graff, professor aan de Academie voor Mijnbouw in Kielce. Ciechocinek heet het juweel van de Poolse kuuroorden te zijn. Op een van de Gradierwerken is een windmolen aanwezig en de watergeleidingsconstructie bovenop kan worden bezocht. 

Overzicht aantal grote Gradierwerken
Overzicht aantal grote Gradierwerken

Waar we nog helemaal niet over hebben gesproken: waar staan Gradierwerken? Ze staan voornamelijk in voormalig Pruisen, vooral in het huidige Duitsland en Polen. Er zijn er nog twee in Oostenrijk. Onderaan dit verhaal tref je een overzicht aan van alle Gradierwerken zoals wij die hebben kunnen achterhalen, 52 in totaal. De informatie die wij op Wikipedia vonden, bleek niet volledig ontdekten we deze zomer. In Bad Wilsnack (DL) troffen we ook een Gradierwerk aan, terwijl die in de lijst ontbrak en de Engelse Wikipedia had een langere lijst. Mocht iemand anders ook in de ban van Gradierwerken raken en er nog een vinden, laat het ons weten want ze blijven ons boeien. 

Wil je door middel van film een indruk krijgen van een Gradierwerk? Klik op de volgende links:

PS in augustus 2024 heeft Jan met zijn vriend Jan van der Hoeve nog een Gradierwerk ontdekt en wel in Polen. Het betreft het kleinste Gradierwerk dat wij kennen en is nog altijd in gebruikt Het staat in Bolesławiec.

2024

Lijst Gradierwerken (53 Gradierwerken in totaal, met vermelding van de lengte (of dat het een overkapping van een bron is), de Duitse naam van de plaats en bij de nieuwe Gradierwerken het jaar van de bouw)

Duitsland (40 Gradierwerken)

1.     (70 m)

2.     (330 m)

3.     (650 m)

4.     (30 m)

5.     (bron)

6.     (bron)

7.     (40 m)

8.     (30 m)

9.     (70 m rond, 2019)

10.  (50 m)

11.  ((330 – 258 - 220 – 115 – 60 - 100 m)

12.  (310 m)

13.  ((4 x 12 m)

14. (60 m)

15.  (15 m)

16.  (150 m)

17.  (320 – 120 – 60 m)

18.  (45 m)

19.  (70 m)

20.  (160 m)

21.  (30 m)

22. (200 m)

23.  (275 m)

24. (412 - 114 m)

25.  (70 m)

26.  (bron, 2009)

27.  (50 m)

28.  (50 m)

29.  (160 – 75 – 50 m)

30.  (90 – 90 m)

31.  (60 m)

32.  (bron)

33.  (300)

34.  (140 m)

35.  (50 – 50 m)

36.  (140 m)

37.  (20 m)

extra (later door ons gevonden): (30 m)

38.  (120 - 50 m)

39.  (60 m)

Polen (11 Gradierwerken)

40. (730 – 360 – 650 m) 

41.  (bron, Bad Warmebrunn)

42.(40 m, Köningshutte)

43.  (20 m, Gleiwitz)

44.  (115 – 95 m, Goldap, 2014)

45.  (350 m, Hohensalza)

46.  (120 m)

47.  (10 m)

48.  (25 m)

49.  (bron, Istolpmünde, 2020)

50.  (150 m)

Oostenrijk (2 Gradierwerken)

51. (bron)

52. (grot)

53. Bolesławiec (klein) 

Deel dit artikel